Eerste test / Mitsubishi Outlander 2.2 DI-D

Geschreven door op

Overzicht

Découvrez notre prêt auto

De Outlander, zeg maar het scharniermodel tussen de gewone berlines en de echte terreinwagens van Mitsubishi, ondergaat een facelift die hem nauwer doet aansluiten bij de eerste categorie.

Wat visueel meteen opvalt als je de gefacelifte Outlander ziet, is de nieuwe 'Jet Fighter'- neus, die duidelijk geïnspireerd is op die van de Colt en de Lancer. Hiermee versterkt de Outlander zijn verwantschap met de rest van de Mitsubishi-familie - die overigens weinig uitgebreid is. Om zich enigszins te ontdoen van het etiket SUV, dat niet meer zo zaligmakend is bij de publieke opinie, kiest de Outlander meer dan ooit voor verfijning en voor een moduleerbaarheid die geïnspireerd is op die van eenvolumers. Op die manier wil hij zich meer voordoen als een relatief luxueuze, veelzijdige all weather-auto.

De 2.2 DI-D (156 pk, 380 Nm, enkel met vierwielaandrijving) heeft voortaan standaard de semi-automatische versnellingsbak met dubbele natte koppeling TC-SST (Twin Clutch-Sport Shift Transmission), die werd geïntroduceerd door de Lancer Evolution. Net zoals in die supersportieveling biedt hij hier twee werkingsmodi (sport en normal), een vertrekhulp voor op hellingen en de schakelmodus via spatels aan het stuur. Enkele kilometers aan het stuur van een 2.2 DI-D deden ons een mooie homogeniteit ontdekken evenals een weggedrag dat tegelijk nauwkeurig, dynamisch en gezond is, met echter een minpuntje wat de filtering betreft, want die kan beter.

De vernieuwe Outlander, waarvan de lancering gepland is in januari, wil zich distantiëren van het SUV-segment en profileert zich meer als een luxueuze, sportieve en veelzijdige break, die goed gebouwd en afgewerkt is en wordt aangeboden voor een competitieve prijs. Dat liedje hebben we intussen al vaker gehoord, maar toegegeven, hier zijn die claims volledig terecht.

Prijs meer over de geteste versie NC
Score redactie NC