De Mini Countryman werd getrakteerd op een pepkuur door John Cooper Works. Hij onderscheidt zich van de rest van het JCW-gamma door een nieuwe 1.6 met 218 pk en vierwielaandrijving.
Hoewel de JCW-modellen niet meer in de ateliers van John Cooper worden geassembleerd, verzorgt de tuner nog wel de technische ontwikkeling ervan. De Countryman neemt dan ook uiteraard de meeste evoluties over die we al op de andere producten uit de JCW-stal zagen. En bovendien mag hij als eerste van de regels afwijken, want hij combineert de nieuwe, 218 pk sterke viercilindermotor met vierwielaandrijving en zelfs een zestrapsautomaat (een optie van 1.570 euro). De 1.6 blijft trouw aan zijn basisprincipes: zijn onderblok en cilinderkop (volledig van aluminium) zijn identiek aan die van de andere JCW-modellen.
Wanneer je, met de contactsleutel in het dashboard, de startknop indrukt, staat de Countryman te trappelen om zijn parkeerplaats te verlaten en de weg te bestormen. Voor deze eerste kennismaking heeft Mini geen exemplaren met automaat meegebracht. Op ons traject door de valleien rond Frankfurt kwijt de manuele versnellingsbak zich uitstekend van zijn taak. Zijn specifieke spreiding stelt ons in staat om de herwerkte 1.6 ten volle te benutten, ook al toont die laatste zich niet zo explosief als bijvoorbeeld die in een Mini Hatch John Cooper Works.
De Countryman John Cooper Works is duidelijk minder nerveus dan de andere JCW-modellen. Maar wat sommigen misschien als een nadeel beschouwen, is er niet noodzakelijk één, want deze versie blijkt heel wat coherenter in het dagelijkse verkeer. Alles bij elkaar moet je de Countryman John Cooper Works eigenlijk eerder beschouwen als de gezinsexpres van Mini dan als een raszuivere sportieveling.
U kunt de Eerste Test van de Mini Countryman John Cooper Works nalezen in AutoGids 859 van 3/10/2012.