Na de loeiende RC F met zijn V8 van 5 liter brengt Lexus ‘softere’ versies uit van zijn luxecoupé. Zo kun je voortaan ook kiezen voor een tweeliter-viercilinder en voor een hybrideversie.
Een raszuivere lijn, een lange motorkap, een radiatorrooster in de vorm van een aambeeld en een uitgesproken Japanse stijl: toen de Lexus RC F iets meer dan een jaar geleden werd gelanceerd, maakte hij indruk door een alternatief te bieden voor de Duitse supersportievelingen. Door de V8 in te ruilen voor vierpitters en de ‘F’ te laten vallen hoopt het Japanse merk nu een plaatsje te kunnen veroveren in het segment van de luxecoupés, hoe klein dat ook is.
- Enige hybride in zijn segment (300h)
- Eigenzinnig alternatief voor Duitse modellen
- Kwaliteiten van een reisberline
- Sturing overbrenging
- Buitensporig hoog gewicht
- Plomp weggedrag
Ten opzichte van hun potente broertje zijn de twee nieuwe motorversies van de RC maar half zo krachtig, maar aan hun stijl is amper iets veranderd. Vooraan vinden we bijvoorbeeld nog altijd het opvallende radiatorrooster dat de nieuwe producten van Lexus kenmerkt. Om de lijn vloeiender te maken verloren de spatborden wel de ventilatieopeningen van de F-versie en achteraan zijn op deze bravere uitvoeringen nog maar twee in plaats van vier uitlaten te zien.
Binnenin verschillen alleen de stoelen, waarop je jammer genoeg te hoog zit. De bestuurder kijkt uit op instrumenten die geïnspireerd zijn op die van de LFA, evenals op een scherm van 7 duim in het midden van het dashboard. De ergonomie is wel wat verwarrend, met enerzijds een aanraakscherm voor het navigatiesysteem, en anderzijds elektrostatische knoppen voor de airco.