De Land Rover Freelander ondergaat een facelift, maar ziet vooral zijn dieselaanbod evolueren: naast een 190 pk-versie van de 2.2 is er nu zelfs een voorwielaangedreven variant.
Een Land Rover die alleen op zijn voorwielen wordt aangedreven, dat moet een historische primeur zijn... Of toch niet helemaal, want de Engelsen hebben in het verleden al militaire versies zonder vierwielaandrijving gebouwd. De eerste particuliere Land Rover die de stap zet, is de Freelander, die meteen van de gelegenheid gebruikmaakt om op verschillende vlakken te evolueren. De 2.2-diesel krijgt een nieuwe turbo met variabele geometrie en een gewijzigde motorsturing. De tweewielaangedreven variant eD4 is rechtstreeks afgeleid van de TD4 met 150 pk, met dat verschil dat hij geen beroep kan doen op de optionele zestrapsautomaat, die standaard is voor de gespierdere SD4 (190 pk). Overigens maakt het weglaten van de vierwielaandrijving de eD4 75 kilo lichter, waardoor het verbruik met 0,2 l/100 km daalt en deze versie een CO2-normuitstoot van 158 g/km kan voorleggen.
Doordat een bijzondere aandacht werd besteed aan de demping van het motorgeluid, komt de dieselmotor nu bijzonder discreet voor de dag. De Freelander SD4, de enige versie die beschikbaar was voor deze test, combineert tijdens het rijden een aangenaam comfort en dynamisch weggedrag. Het valt echter te hopen dat het weggedrag van de eD4 meevalt, want ten slotte is de auto oorspronkelijk ontwikkeld met vier aangedreven wielen. Om daar uitspraak over te kunnen doen zullen we nog enkele maanden moeten wachten.
Jammer dat we bij deze kennismaking met de 2011-versies van de Freelander niet konden ontdekken hoe de tweewielaangedreven versie zich gedraagt. In afwachting kunnen we echter al bevestigen dat de evoluties die werden aangebracht aan de dieselmotor, positief zijn.