De Infiniti Q30 neemt ook de benzinemotoren over van zijn Mercedes-donor, zoals de 2.0 T van 211 pk, die in de Sport-uitvoering altijd wordt gecombineerd met vierwielaandrijving.
Een plaats veroveren in het Europese segment van de compacte middenklassers is geen sinecure, zeker niet wanneer je je modellen een premiumlabel wil geven en je pijlen per definitie op de Duitse gevestigde waarden richt. Behalve een verzorgde afwerking moet je ook een uitgebreide uitrustingslijst voorzien en moeten de motoren hun mannetje kunnen staan op de Autobahn. Een geluk: Infiniti vertrekt niet van een leeg blad om zijn nieuwe massawapen (naar Infiniti-normen dan toch...) te ontwikkelen.
Het samenwerkingsakkoord tussen Renault-Nissan en Mercedes stelt de Japanse constructeur namelijk in staat om in de onderdelenvijver van de Duitse prestigeconstructeur te vissen. Zo kan de Q30 zich de benzinemotor aanmeten die bij Mercedes als topmotor van de A-Klasse fungeert (de AMG-versie buiten beschouwing gelaten natuurlijk): de drukgevoede tweeliter met 211 pk die aan Duitse zijde als '250' door het leven gaat.
- Plezierige en veelzijdige motor
- Reëel rijplezier
- Overtuigende combinatie motor-versnellingsbak
- Onberispelijke trekkracht
- Geslaagde sportieve esthetische toets
- Stugger comfort (sportschokdemping)
- Verbruik bij stevige rijstijl
- Uiterst beperkt dealernet
- Praktische aspecten (instap, koffervolume)
- Te veel merkbare Mercedes-elementen binnenin
- Zitcomfort, te korte zittingen