Eerste test / Hyundai i30 1.4 T-GDi A : Aflossing met turbo

De enige echt nieuwe motor in de i30 is de drukgevoede 1.4 T-GDi van 140 pk, die de bijna even krachtige atmosferische 1.6 GDi komt aflossen. Een vervanging die alleen maar weldadige effecten blijkt te hebben.

De atmosferische 1.6 GDi van 135 pk was niet bepaald de populairste motor in het gamma van de vorige i30 – net zomin trouwens als zijn drukgevoede T-GDi-variant van 186 pk, die nóg zeldzamer is (en duurder qua belastingen en brandstofverbruik). Vandaar de noodzaak voor een kleinere, drukgevoede motor die homogener zou zijn dan de atmosferische 1.6 en tegelijk minder sportief dan de turboversie van die GDi. Die is er nu: een trapje hoger dan de 1.0 T-GDi-driecilinder van 120 pk die we al kennen uit de i20 en waarmee hij zijn boring en slag deelt (respectievelijk 71 en 84 millimeter), wordt de nieuwe viercilinder-turbo van 140 pk van de Kappa-familie de nieuwe gangmaker van het benzinegamma van de i30. Vandaar dat hij enkel te koop is in het tweede uitrustingsniveau Twist (in dat geval enkel met de gerobotiseerde versnellingsbak) en in het derde niveau (Sky, waarbij hij standaard een manuele zesbak krijgt en de 7-DCT-versnellingsbak een optie is van 1.750 euro).