Honda lanceert een nieuwe generatie van de Civic, die een wat meer conventionele stijl vertoont maar wel vooruitstrevend is op motorisch vlak. Want naast de 1.5-turbomotor is er ook de schitterende 1.0-turbodriecilinder.
Het concept
De Civic is een monument bij Honda en hij is al aan zijn tiende generatie toe. Het model is uiteraard van essentieel belang omdat het na de SUV CR-V de tweede bestverkochte Honda is. Op termijn wacht ons een volledig gamma: de Hatchback (vijfdeurs), maar ook de berline en de Type R. De break van zijn kant is geschrapt door het beperkte succes van de vorige generatie.
- Dappere motor
- Precies en aangenaam rijgedrag
- Binnenruimte en algemeen comfort
- Opdringerige motorklank
- Weinig reactieve CVT-automaat
- Zicht naar achteren
Wat er verandert
Hoe rijdt hij?
We hebben al een test gebracht van de 1.5-turbo. We moesten dus nog eens de hand leggen op de 1.0-driecilinder – in afwachting van de nieuwe Type R in september en dan de 1.6-diesel in oktober. Verrassend genoeg heeft de eenliter niets te maken met de 1.5-turbomotor. Hij is namelijk afgeleid van een andere 1.5, de atmosferische motor van de Amerikaanse Jazz, waar één cilinder af is gehaald. Maar dat is niet het enige. Deze motor gebruikt namelijk heel wat technieken die van de tweeliter van de Type R komen, zoals de turbo met lage inertie (druk van 15 bar), de elektrisch bediende wastegate, het i-VTEC (gestuurde timing en lifthoogte van de kleppen) en Dual-VTC (sturing van de nokkenassen). Daardoor vertoont deze kleine turbomotor een gevoelig beter rendement dan de oude atmosferische 1.8 VTEC, want hij ontwikkelt een vermogen van 129 pk bij 5.500 o/m en een veel comfortabeler koppel van 200 Nm bij 2.250 o/m. In combinatie met de CVT-automaat daarentegen zakt het koppel tot 180 Nm, een beknotting die de metalen riem van de continu variabele overbrenging moet sparen. Omdat het om een kleine motor gaat, liggen uiteraard ook de verbruiks- en uitstootwaarden lager dan die van de oude 1.8: 110 g CO2/km voor een normverbruik van 4,8 l/100 km, of zelfs 4,7 l/100 km en 106 g/km met de CVT.
Onderweg is de Civic indrukwekkend. Zijn voortrein is verbazingwekkend efficiënt en direct terwijl hij toch lineair blijft. Het rijplezier is hier dus zeker van de partij, net zoals het algemene werkingscomfort, dat zich onderscheidt door een goede koetswerkondersteuning die geleidelijk en zacht werkt. Niets dan goed nieuws. Het is alleen jammer dat de 1.0 zo hard weerklinkt in het interieur. Dat zijn nuttige toerenbereik eerder beperkt is, is daarentegen geen probleem, want het overvloedige koppel volstaat om niet constant met de versnellingspook te moeten spelen. Die werkt trouwens erg aangenaam, net zoals de rest van de versnellingsbak, overigens. De CVT-overbrenging is specifiek voor de 1.0 en is comfortabel, al laat hij de motor uiteraard wel grommen wanneer vermogen wordt gevraagd. Zijn enige gebrek duikt op bij het wegrijden (take-off), waar hij gruwelijk traag reageert. Je moet namelijk één à twee seconden wachten voor de motor in werking wordt gezet zoals je dat van hem vraagt.
Budget & uitrusting
De éénliter kost 21.490 euro in zijn basisversie S. Dat is een mooie prijs als je weet dat de veiligheidsuitrusting dan al erg volledig is, want hij heeft een actieve snelheidsregelaar met remfunctie en voetgangerherkenning en een spoorassistent. Als optie zijn er de filefunctie Stop&Go (automatisch stoppen en weer vertrekken) en de dodehoeksensoren. De versie Comfort kost 22.990 euro, de Elegance 24.990 euro, de Executive 27.990 euro en de Premium 28.990 euro. Voor de CVT moet je 1.300 euro toevoegen.
Concurrenten
Het segment van de compacte berlines is uiteraard bijzonder groot. We vinden er de onvermijdelijke Volkswagen Golf, maar ook de Ford Focus, de Peugeot 308, de Renault Mégane, de Opel Astra, de Hyundai i30, de Kia Cee’d, de Citroën C4, de Toyota Auris, de Nissan Pulsar en de recente Fiat Bravo om er maar een paar op te noemen. Keuze te over, dus. En het is duidelijk dat de Civic met zijn rijkwaliteiten, zijn binnenruimte en zijn snedige stijl heel wat troefkaarten heeft.
Ons verdict
De Civic is nog steeds verrassend. Dat dankt hij nog altijd aan zijn stijl, zelfs al is die wat verzacht, maar ook aan zijn intelligentie, die te zien is in het interieur (binnenruimte, slimme details), zijn rijgedrag, dat bij de beste van zijn segment hoort, zijn comfort en zijn motoren, die allemaal dapper zijn. Dat geldt ook voor de kleine eenliter, al moeten we toegeven dat hij zich luider laat horen dan de 1.2 PureTec van PSA of de 1.0-driecilinder van Volkswagen (115 pk). Maar die twee hebben duidelijk niet zo’n lange adem als de Honda-motor…