Dacia is allang niet meer de pure lowcostconstructeur van weleer. Het bewijs wordt eens te meer geleverd door de vernieuwde Duster, die zich niets meer hoeft te ontzeggen en daardoor nog interessanter is geworden.
Een karaktervol voorkomen, een goede binnenruimte, beproefde techniek en een prijs die alle concurrentie tart: meer had de Duster niet nodig om dé melkkoe van de Renault-groep te worden. Deze SUV is vandaag de dag het meest verkochte model binnen de groep (zo’n 370.000 stuks in 2013), een status die hij de Clio ontfutselde (300.000 exemplaren per jaar). Nog beter is dat de Duster ondanks zijn bodemprijs (11.990 euro voor de basisversie) ook bijzonder winstgevend is – sommige bronnen spreken zelfs van een rentabiliteit van “een pak meer dan tien procent”. Een echte verrassing is dat niet, want per slot van rekening rust deze crossover op een technische basis (die van de Clio II) waarvan meer dan vijf miljoen exemplaren zijn gebouwd, terwijl de loonkosten in Roemenië beduidend lager liggen dan in Frankrijk. Dat maakt de marges natuurlijk vanzelf groter, temeer omdat haast één Duster op drie in de topversie wordt besteld.
Hoe dan ook hoopt Dacia binnenkort toe te treden tot het erg selecte clubje van constructeurs met een model waarvan elk jaar meer dan een half miljoen exemplaren per stuk worden gebouwd. Een vooruitzicht dat misschien ook wel binnen het bereik ligt van de toekomstige stadsauto van het merk (5.000 euro), die begin dit jaar zal worden voorgesteld op het salon van Delhi (in India) en later op de markt zal worden gebracht in Brazilië en ten slotte in West-Europa.