De grootste Cadillac-berline die we in Europa kennen, is de CTS. Die is er nu ook in supersportieve uitvoering, bij het Amerikaanse luxemerk steevast aangeduid door het aanhangsel V.
Ook interessant: eerste test van de Cadillac ATS-V
De derde generatie van de CTS maakte zo’n anderhalf jaar geleden schoorvoetend zijn opwachting op het Oude Continent. Zeggen dat hij zijn intrede heeft gedaan met ’pomp and circumstances’, zou een grove overdrijving zijn: om allerlei redenen leidt de CTS bij ons een bestaan in de marge. In zijn zoveelste poging om voet aan de grond te krijgen in Europa wil Cadillac nu nog maar eens een nieuw modellenoffensief inzetten. Speerpunten daarvoor zijn de zogenoemde V-modellen, wat bij GM’s luxedochter staat voor (high) performance. En naar goede Amerikaanse gewoonte wordt daarbij niet op een pk’tje gekeken.
- Exclusiviteit
- Oerkracht
- Rijsensaties
- Hoog verbruik
- Rijgedrag vergt concertratie
- Fiscaal afgestraft, zeker in Vlaanderen
Terwijl de Amerikaanse constructeurs ook al hun toevlucht nemen tot downsizing – de normale CTS is bij ons bijvoorbeeld alleen nog met een drukgevoede tweeliter-viercilinder te verkrijgen – kan het bij de Amerikanen haast niet anders dan dat de ouwe, getrouwe V8 wordt opgediept als je het over sportieve topmodellen hebt. Voor de derde generatie van deze CTS-V werden dan maar ineens de grote middelen bovengehaald: onder de gewelfde kap (overlangs voorin) zit niets meer of niet minder dan de motor van de huidige Corvette Z06, een (via compressor) drukgevulde achtcilinder van zomaar eventjes 6,2 liter en 649 pk, om van het koppel van 855 Nm nog maar te zwijgen.
Niet te verwonderen dat Cadillac een topsnelheid van 320 km/h opgeeft – geen valse schroom hier, zoals bij de tot 250 km/h beperkte rivalen – en een optrektijd tot 100 km/h in… 3,7 seconden. Dat deze leeg toch zo’n 1,9 ton zware berline een stevige slok lust, bewijst het gemiddelde normverbruik van 13,0 l/100 km of een CO2-uitstoot van 298 g/km.