De X1 is een succesnummer. BMW durft daarom grotere ambities voor het model te koesteren en maakt er een wereldauto van. Om dat te vieren, krijgt de X1 een facelift en nieuwe motoren.
Om de vernieuwde X1 te herkennen moet je al een sterk geoefend oog hebben.
Ingrijpende wijzigingen vinden we in het motorcompartiment: alle handgeschakelde versies doen nu een beroep op een nieuwe zesbak met verminderde interne wrijving, terwijl de optionele zestrapsautomaat is vervangen door een variant met acht verhoudingen, die bovendien een stop-startfunctie omvat. Als gevolg daarvan ligt het verbruik van de automatische versies 0,4 l/100 km lager dan dat van hun manuele tegenhangers.
Het dieselgamma krijgt een nieuwe instapversie, de X1 16d, die niet meer is dan een tot 116 pk en 260 Nm toegeknepen versie van dezelfde tweeliterdiesel als in de 18d.
Wij konden in de buurt van München enkel de nieuwe xDrive 25d aan de tand voelen. Wat daarbij het meest opvalt, is hoeveel stiller die draait dan de andere tweeliterdiesels waarmee we de X1 destijds leren kennen hebben. Omdat verder niets aan de ophanging is veranderd, rijdt de X1 nog steeds als vanouds. Het enige verschil is de nieuwe elektromechanische stuurbekrachtiging (standaard met Servotronic). Die helpt weliswaar energie te besparen, maar geeft toch wat minder stuurgevoel dan we van de X1 gewoon waren, wat op bochtige wegen het vertrouwen in de auto iets vermindert.
De vernieuwde BMW X1 bouwt verder op zijn succesformule: een relatief ruime en sympathiek ogende cross-over voor een (naar BMW-normen) aanvaardbare prijs. Dankzij een rist technische aanpassingen werd hij tegelijk zuiniger, en de daaruitvolgende lagere uitstoot maakt hem fiscaal interessanter, wat zijn succes zal helpen te bestendigen. De topdiesel xDrive 25d is bovendien merkelijk stiller dan zijn voorganger.
U kunt de Eerste Test van de BMW X1 nalezen in AutoGids 853 van 11/7/2012.