In afwachting van een ultieme RS3-afgeleide is de nieuwe S3 met zijn 300 pk de snelste Audi A3 van het moment. Hij is echter in de eerste plaats gebouwd om ook dagelijks bruikbaar te zijn.
Net zoals zijn voorganger wordt de nieuwe S3 aangedreven door een 2.0-turboviercilinder. Vergis u echter niet: ondanks de identieke cilinderinhoud van 1.984 cc is dit een gloednieuwe motor, met een andere boring en slag. Hij is afgeleid van de recente 1.8 TFSI (180 pk, 250 Nm), die samen met de V6- en V8-motoren van Lexus en de tweeliter uit de Subaru BRZ/Toyota GT86 de enige seriegebouwde benzinemotor ter wereld is met een dubbele injectie: direct (na het starten en onder vollast) én indirect (bij gedeeltelijke belasting). Zo wordt het rendement geoptimaliseerd in moeilijke omstandigheden, terwijl bij een rustige rijstijl - waarbij het verbruik toch al lager ligt - de uitstoot van fijn stof wordt beperkt.
Aan het rijgedrag voel je dat de S3 hoofdzakelijk is afgesteld om de overvloedige motorkracht (300 pk) zo bruikbaar mogelijk te maken. De sportversie van de A3 gaat in bochten wat over zijn neus hangen en neigt in de eerste plaats naar onderstuur, dat zich nauwelijks met het gas laat corrigeren. We weten uit het verleden dat Audi bewust kiest voor een dergelijk rijgedrag, zodat iedereen vlot kan rijden met zijn snellere modellen zonder daarom onmiddellijk zijn leven te riskeren. Wie een wat ruigere (maar ook gevaarlijker) manier van rijden ambieert, kan bij BMW terecht voor een krachtige achterwielaandrijver, zo lijken ze in Ingolstadt te redeneren.
De S3 is vooral een heel snelle A3 dankzij zijn efficiënte technologie. Wat hij door zijn lineaire motor, naadloos schakelende automaat en geruststellende rijgedrag een klein beetje mist aan sensatie, compenseert hij met alledaagse bruikbaarheid en veiligheid.
U kunt de Eerste Test van de Audi S3 nalezen in AutoGids 874 van 30/4/2013.