Ook van het Spyder-model van zijn supersportieve R8 ontwikkelde Audi een GT-versie, die dankzij gerichte gewichtsbesparingen de Le Mans-ervaring van het merk nog meer tot uiting brengt.
Een jaar na de Coupé krijgt ook de R8 Spyder een lichtere GT-versie. Deze light-versie van de R8 met nog sportievere roeping richt zich minder tot de extreem veeleisende gentleman driver dan tot de rijke liefhebber van dure auto's die een nog exclusievere supercar zoekt en geen zin heeft om daarvoor zijn gewoontes op het vlak van comfort op te geven. Nochtans ondersteunt een goed kuipstoeltje het lichaam van de bestuurder beter dan een standaardstoel zonder daarbij dat ene criterium te verwaarlozen. Het is zelfs onmisbaar voor wie zich echt één wil voelen met de auto.
Een Duitser is immers nog steeds geen Italiaan. De exclusieve negentienduimvelgen (standaard) schaven niet minder dan 4,3 kilo aan niet-opgehangen gewicht weg. Dat is goed nieuws voor de precisie en het wegcontact. Vooral dan wanneer je wil gaan 'laagvliegen' over bochtige en bultige wegen, waar onze GT zich bijzonder vergevingsgezind toonde. Aan het stuur van een Ferrari 458 Spider of Lamborghini Gallardo Spyder zouden we dit tempo met heel wat meer voorbehoud aanhouden. Zelfs met zijn radicalere afstelling blijft de Audi erg mild. Onze auto liet ons wel eerst wat vechten tegen een aanzet tot onderstuur vooraleer we het temperament van een achterwielaandrijver mochten ontdekken.
Audi, dat zich gesterkt voelt door zijn overwinningen in Le Mans en zijn leiderschap in de felstbegeerde uithoudingskampioenschappen, blijkt al even sterk in het verfijnen van een seriemodel als andere constructeurs waarvan dit meer de specialiteit is (Ferrari, Porsche, Lamborghini). Gewicht afschudden op de meest oordeelkundige manier is voor een sportieveling van een dergelijk hoog niveau ook een garantie dat hij zijn carrière kan verderzetten zonder ouderdomsverschijnselen. Kortom, de R8 kan nog wel even mee.
U kunt de Eerste Test van de Audi R8 GT Spyder nalezen in AutoGids 841 van 19/1/2012.