De s-tronic-bak speelt vooral in op het koppel van deze viercilinder.
Wie een Q5 op benzine wil, moet meteen voor de 252 pk sterke 2.0 TFSI opteren. Nog niet eens tien jaar geleden zou zo’n vermogen al meteen sportieve associaties oproepen, maar daarvoor ben je hier aan het verkeerde adres. An sich heeft deze motor best wel potentieel – getuige de 6,3 seconden die Audi claimt voor de spurt naar 100 km/h – maar in de praktijk komt dat er nauwelijks uit. Boosdoener is de S-Tronic-bak (standaard), die vooral inspeelt op het koppel van deze viercilinder. En aangezien de 370 Nm al bij 1.600 o/m paraat staat, is de elektronica niet erg geneigd om terug te schakelen en de hoge toeren op te zoeken. Nu stoort dat in de Q5 minder dan in pakweg een A5 Coupé, want Audi’s gezinsgerichte SUV staat helemaal in het teken van het comfort, zeker met de gestuurde luchtvering. Op de meeste wegdekken is die een echt genot, zo zacht maakt ze het wegcontact in de Comfort-modus. Alleen op betonwegen gaat de achtertrein onaangenaam pompen. De luchtvering is trouwens maar een van de talloze opties die de prijs de hoogte kunnen in jagen. Om u een idee te geven: onze testauto met alle toeters en bellen kostte een bijna hallucinante 85.000 euro. Bovendien moet je rekening houden met een aanzienlijk brandstofbudget.
- Zijdezachte ophanging (met luchtvering)
- Volle en discrete motor
- Algemeen comfort
- Hoge prijs, dure opties
- Weinig sensaties voor 252 pk
- Hoog praktijkverbruik