De vijfdeurscoupé Audi A7 mocht heel wat technologische nieuwigheden introduceren, die nu op hun beurt worden overgenomen door de nieuwe reisberline A6. Het rijplezier vaart er wel bij...
Dat de Audi A6 en A7 het grootste deel van hun technologie gemeenschappelijk hebben, zal niemand verbazen. Net als de A4 en de A5 staan ze namelijk op hetzelfde platform, in dit geval dat van de oude A6 berline (C6), al onderging de structuur wel heel wat wijzigingen. Zo komt de 7 centimeter langere wielbasis (2,91 tegenover 2,84 meter) niet zozeer de binnenruimte ten goede als wel het weggedrag. De vermindering van de CO2-uitstoot - en daarmee samenhangend het verbruik - stond natuurlijk hoog op het prioriteitenlijstje. Zo is het koetswerk ondanks de toegenomen stijfheid 30 kilo lichter dan voordien.
Onderweg resulteert de grondige revisie van het model in een groter rijcomfort, maar vooral in een sterk verbeterd weggedrag. De A6 rijdt nog altijd erg stabiel, maar kan nu rekenen op een nauwkeurig en lineair reagerend stuur, waardoor hij op bochtige parcours blijk geeft van een veel grotere levendigheid. Die kwaliteit laat zich natuurlijk vooral appreciëren met de indrukwekkende paardenstal van de 3.0 TDI, maar ook met de 2.0 TDI, die tegelijk soepeler en elastischer is dan zijn voorganger, maar ook stiller. In die mate zelfs dat we zonder aarzelen durven te stellen dat de A6 op dat laatste vlak al zijn rivalen overschaduwt.
De prijzen van de nieuwe A6 gingen met ongeveer drie procent de hoogte in, wat gezien de vooruitgang op het vlak van gewicht, verbruik, prestaties, comfort of rijplezier niet buitensporig lijkt - tenslotte rekenen BMW en Mercedes veel hogere prijzen aan voor hun gelijkwaardige 5-Reeks of E-Klasse... Met de nieuwe troeven boven op de verworvenheden van het model (uitgebreide technologie, afwerkingskwaliteit) zou de A6 wel eens de eerste viool kunnen gaan spelen in zijn segment. Audi koestert die droom al jaren, maar dit keer zou hij wel eens kunnen uitkomen...