Eerste test / Audi A3

Geschreven door op

Overzicht

Découvrez notre prêt auto

Na een carrière van vijf jaar ondergaat de Audi A3 een midlife-facelift. Hij krijgt de neus van de A3 Cabriolet, maar de grootste wijzigingen zijn eerder voelbaar dan zichtbaar.

De meest in het oog springende nieuwigheid is het dagrijlicht met zeven leds, dat we al kennen van de A3 Cabriolet. Ook de andere wijzigingen aan de neus, zoals het iets verder naar voren stekende radiatorrooster met daaronder een subtiele voorspoiler en de lichtjes hertekende bumper en luchtinlaten, zijn afgekeken van "open" versie. Achteraan werd enkel aan de bumper en de lichtblokken gesleuteld. In het interieur zijn de bedieningsknoppen van de temperatuurregeling hertekend en voortaan hebben alle versies standaard een schakelindicator.

De meest ingrijpende wijzigingen vinden we echter op technisch vlak. Het verbruik is op alle modellen afgenomen door de wagenbodem te bekleden. Bovendien is bij de 1.8 TFSI (160 pk) en de 2.0 TFSI (200 pk) de interne wrijving gereduceerd. de 2.0 TDI stapt net zoals in de A4 over op een injectie via een gemeenschappelijke inspuitbuis. de common rail is schoner, stiller, trilt minder en kost minder om te bouwen dan de pompverstuiverdiesel. Als optie kunnen voortaan de adaptieve schokdempers worden besteld, die we al kennen van de TT. Ten slotte doet het Quattro-vierwielaandrijvingssysteem voortaan een beroep op een sneller reagerende Haldex-meerschijvenkoppeling.

Rijden met de vernieuwde A3 houdt geen wereldschokkende veranderingen in. Het standaardonderstel werd niet aangepast en de ergonomie van het interieur bleef nagenoeg hetzelfde. Net zoals de VW Touran, Tiguan en Passat CC kan de vernieuwde A3 namelijk worden besteld met een systeem dat het stuur overneemt bij het parkeren.

Eigenaars van de huidige A3 hoeven niet onmiddellijk naar de dealer te rennen voor een nieuwe; zo groot zijn de verschillen niet. Toch is Audi erin geslaagd om met beperkte en subtiele ingrepen zijn compactste model op te waarderen.