De eerste Ford S-Max was een beetje een vreemde eend in de bijt bij de grote monovolumes. De tweede generatie vindt de Renault Espace op zijn weg, die het eenvolumerconcept evenzeer uit een andere hoek benadert.
Met de S-Max lanceerde Ford in 2007 naast de klassiekere Galaxy een atypische grote monovolume. De S-Max verpakte een nog altijd riante binnenruimte onder een dynamischer lijnenspel – onder andere dankzij een lagere daklijn. Maar er waren niet alleen de looks; qua rijgedrag stond de S-Max op het niveau van de betere reisberlines. Dat leverde hem een schare trouwe fans op, die anders nooit naar een eenvolumer omgekeken zouden hebben.
In datzelfde jaar was de Renault Espace, die op dat moment aan zijn vierde generatie zat, het toonbeeld van alles wat een klassieke eenvolumer moest zijn: een praktische gezinsauto voor grote gezinnen. De lange productieperiode van deze vierde generatie, van 2002 tot en met 2015, gaf Renault de tijd om zich te bezinnen over de toekomst van dit icoon, dat in 1984 zowat een nieuw segment creëerde. De conclusie was dat de grote eenvolumer in zijn klassieke vorm geen toekomst meer had. De gevolgen zijn bekend: de Espace werd een soort cross-over, een cocktail van een SUV – vandaar de gigantische wielen en de grotere bodemvrijheid – en een sportievere eenvolumer... à la Ford S-Max.