De komst van de nagelnieuwe Opel Insignia en Toyota Avensis biedt ons een gedroomde gelegenheid om het kruim van de gezinsberlines nog eens op een rijtje te zetten. In hun krachtigste en meest luxueuze dieselversie lonken ze stilaan naar de reisberlines..
Nog niet zo lang geleden waren een Ford Mondeo, Opel Vectra, Renault Laguna of VW Passat – de ongekroonde koning van het segment – gezinsvriendelijke, betrouwbare, maar ook ietwat saaie auto’s die door huisvaders, maar veelal ook door vertegenwoordigers of andere bezitters van een bedrijfswagen over ’s lands wegen werden gestuurd. Het eens zo lucratieve segment van de gezinsberline kwam de jongste jaren achter sterk onder druk te staan, om diverse redenen. De eerste (en belangrijkste) was de opgang van (eerst) de eenvolumer en later de SUV, die forse happen uit het verkoopvolume haalden, omdat de huisvader zijn kroost wel eens in iets anders wilde vervoeren en tegelijkertijd ook "vrijetijdsvader" was geworden, zodat zijn auto ook aan die (al dan niet reële) behoeften moest voldoen. Anderzijds begonnen bij de bedrijfswagens de zogenaamde premium merken op dit segment in te beuken, zodat heel wat mensen die van hun bedrijfswagen geen zeeën van ruimte verwachtten, liever in een Audi A4, BMW 3 of Mercedes C gezien wilden worden dan in grotere en functionelere, maar veel minder prestige uitstralende auto’s van een “gewone” massaconstructeur.