Bij de Duitse premiummerken neemt de tweedeurscoupé een bijzondere plaats in. De vernieuwing van de Audi A5 Coupé vormde de aanzet tot een driekamp met de klassieke rivalen van BMW en Mercedes.
Audi en de middenklassecoupé, dat is een liefdesgeschiedenis die teruggaat tot de tijd dat het merk nog niet op het niveau stond van de twee Duitse prestigeconstructeurs van toen, BMW en Mercedes. Begin jaren tachtig had je de Coupé (GT) naast de befaamde Ur-Quattro, terwijl van zijn opvolger de S2 werd afgeleid en – dichter bij huis – de A5 als basis diende voor de S5. Deze vierzitscoupé is dan ook de eerste en beste verdediger van de sportiviteit volgens Audi (één verkochte A5 op vijf is trouwens een S5 of RS5). BMW en Mercedes hebben dus het warme water niet uitgevonden met hun 430i/M4 en C Coupé AMG 43/63. Maar goed, die supersportieve versies zijn voor een andere keer; hier zetten we de basisdieselversies van deze coupés tegenover elkaar.