Ondanks zijn retrostijl is de Mini nagelnieuw. De meer avantgardistisch ogende Audi A1 komt daarentegen stilaan op leeftijd. Een confrontatie tussen oud en nieuw en de relativiteit daarvan.
Toen de A1 in 2010 op de markt kwam, zullen de dames en heren bij Mini zich toch even zorgen hebben gemaakt. De baby- Audi pakte namelijk uit met een wapenarsenaal dat sterk aan dat van de kleine Brit doet denken: een zeer verregaande personaliseerbaarheid en een ijzersterk merk dat in de premiumcategorie valt. Nochtans stond de modern strak getekende A1 op het toen al verouderde A0-platform van de Volkswagen-groep (VW Polo, Seat Ibiza en Toledo, Skoda Fabia en Rapid), terwijl de Mini ondanks zijn uitgesproken retrolook onderhuids resoluut modern was, met een eigen platform en een meerarmige achteras.
Maar Audi had de basis van zijn veelzijdige stadsauto grondig aangepakt om de A1 te laten voldoen aan de verwachtingen van het cliënteel, en ook de fabriek waar het model wordt gebouwd (in het Brusselse Vorst), werd grondig gerenoveerd. Die Belgische connectie levert de A1 hier echter geen morele voorsprong op, want tegenwoordig zet ook Mini heel wat landgenoten aan het werk. De Britten startten namelijk een tweede productiesite op in het Nederlandse Born, op een kleine veertig kilometer van de Ford-fabriek in Genk die binnenkort de deuren sluit.
De nieuwe Mini staat zoals bekend op een volledig nieuw platform, dat stilaan over het hele gamma van de Britse constructeur zal worden uitgerold, maar dat sinds kort ook bij het moederhuis wordt gebruikt, onder de 2-Reeks Active Tourer – de eerste voorwieltrekker met een BMW-logo. De Mini is een pak gegroeid in vergelijking met zijn voorganger en maakt ook gebruik van een volledig nieuwe motorenfamilie, die hoofdzakelijk bestaat uit drukgevoede driecilinders. Dat is ook het geval voor onze testversie, een Cooper D, die 116 pk haalt uit een 1.5-diesel. De klassiekere Audi wordt hier aangedreven door een bekende krachtbron binnen de Volkswagen-groep, de 1.6 TDI, een traditionele viercilinder. Om hem de mogelijkheid te geven het hoofd te bieden aan de Mini, kozen we voor de 105 pk-versie, al bestaat er ook een minder krachtige variant van deze zelfontbrander met 90 pk. Mini heeft als antwoord daarop de One D, met een toegeknepen 1.5 die nog 95 pk overhoudt.