Het Mini-gamma blijft maar groeien, zodat voor iedereen wel een model naar wens te vinden moet zijn. De jongste telg is de Coupé, een dynamisch gelijnde tweezitter met pittige motoren.
De Coupé onderscheidt zich in de eerste plaats uiteraard door zijn daklijn. In plaats van het voor de andere Mini's zo kenmerkende platte dak heeft hij, zijn coupéroeping getrouw, een bolle en achteraan steil aflopende lijn, waarbij de overgang van dak naar achterruit wordt aangegeven door een fikse spoiler, zodat de bovenkant van de auto doet denken aan een omgekeerd petje. Een schuinere voorruit en twee bulten in het dak maken het plaatje af en geven de Coupé een uitesproken dynamisch profiel. Nochtans zijn de koetswerkpanelen onder de gordellijn zo goed als identiek aan die van de Mini driedeurs. Of om preciezer te zijn: aan die van de Mini Cabrio, want de Coupé is technisch gezien daarop gebaseerd. Dat is logisch, want omdat die auto erop is voorzien om zonder dak door het leven te gaan, kon de ingrijpende aanpassing aan de dakstructuur van de Coupé zonder al te grote problemen worden doorgevoerd.
- Onderscheidende look
- Verhouding prestaties-verbruik
- Personaliseringsmogelijkheden
- Levendig onderstel, amusant weggedrag
- Ruime koffer (voor een Mini)
- Slechte demping rol-, wind- en motorgeluiden
- Zicht rondom, moeilijke instap
- Matige schokdemping, weggedrag op slechte wegen
- Matige afwerking interieur
- Stevig prijskaartje
- Beperkte standaarduitrusting