De AMG GT Coupé speelt zijn dak kwijt om de rijbeleving intenser te maken. De komst van de Roadster brengt trouwens een reeks technische wijzigingen mee, die ook de prestaties ten goede komen.
AMG, Mercedes’ sportieve afdeling, heeft de wind in de zeilen. Sinds 2013 is de verkoop aangezwengeld van 30.000 stuks per jaar naar bijna 100.000 in 2016. Een kleine revolutie eigenlijk, al verdienen die cijfers wel enige relativering, want er zijn ook klassieke modellen in opgenomen die gewoon een AMG-pack hebben gekregen (carrosseriekit, wijziging aan de ophanging, enzovoort). In die context is het aandeel van AMG’s enige zelf ontwikkelde model – de GT – uiteraard beperkt, al zal het wellicht nog wel groeien nu het aanbod drie keer zo groot is, met de komst van C- en R-versies en van de GT Roadster. Die nieuwe varianten zijn om meer dan één reden interessant, want ze brengen ook een reeks technische wijzigingen mee voor het volledige gamma. Officieel zijn die bedoeld om het vijftigjarige bestaan van AMG beter te kunnen vieren, maar in werkelijkheid dienen ze natuurlijk vooral om de AMG GT de aansluiting te laten behouden met een concurrentie die almaar onverbiddelijker wordt.
- Uitzonderlijke koetswerkstijfheid
- Ongefilterde rijsensaties, authentieke roadster
- Bescherming tegen turbulenties
- Gulle en heerlijk klinkende motor
- Snel kapmechanisme, al rijdend te bedienen
- Kwaliteit stoelen, instap en vormgeving
- Onvoorspelbaar gedrag op de limiet, brutaal
- Erg harde vering
- Ergonomische details (bediening versnellingsbak)
- Oncomfortabele freewheel-functie versnellingsbak