Detailtests / Jaguar F-Type Coupé P300 : Verleidelijker dan ooit

Jaguar heeft de F-Type opgefrist en het aanbod aangepast aan de eisen van de respectieve markten. Zo moesten we afscheid nemen van de V6-motoren, waardoor er een diep gat valt tussen de achtcilinders en de vierpitter van de basisversies. Dat klinkt misschien onheilspellend, maar ook met vier zuigers behoudt het model veel van zijn charmes.

Het werd tijd dat de F-Type een frisse neus ging halen, want ondanks enkele onopvallende retouches in 2017 zag de sportiefste Jaguar er nog net zo uit als bij zijn marktintroductie in 2013. Toen werd eerst de roadster voorgesteld, die een jaar later gevolgd werd door de coupé. Net andersom als 52 jaar eerder, toen in Genève de al even legendarische als iconische E-Type debuteerde. Die werd eerst als coupé getoond, terwijl de roadster achter de hand werd gehouden om een maand later in New York de show te gaan stelen. Dat was tenminste het plan. Want de interesse voor de oogverblindende Britse sportwagen was zo groot dat Jaguar-stichter sir William Lyons besloot om de roadster alsnog naar Zwitserland te sommeren...

Er is nog een verschil tussen de F-Type en zijn illustere voorganger. Die eerste ziet er na zijn facelift beter uit, met dank aan de nieuwe ledtechnologie, die hem een stel ranke koplampen bezorgde. Die accentueren samen met het subtiel bredere radiatorrooster en de hertekende bumper de breedte van het model. Eigenlijk staat die hele hertekende F-Type bol van optisch bedrog. Hij lijkt breder, maar is het niet. En zijn nieuwe motorkap doet hem langer lijken, wat hij opnieuw niet is. Dat, en het feit dat er niet aan de oorspronkelijke lijnen en proporties is geraakt, maakt dat we van een geslaagde restyling mogen spreken. En vergeten we ten slotte niet dat ook de achterlichten meer dan subtiel werden aangepakt, helemaal naar het voorbeeld van de I-Pace.