Eerste test / McLaren Speedtail : Britse Bugatti-killer

Geschreven door op

Overzicht

Découvrez notre prêt auto

McLaren schuift de Speedtail naar voren als de ultieme straat-GT. Kan de Britse krachtpatser met zijn elektrisch ondersteunde biturbo-V8 pakweg de Bugatti Chiron naar de kroon steken?

In 1994 baarde McLaren opzien met de F1, een supercar die alle snelheidsrecords verpletterde – in 1998 zou Andy Wallace ermee afklokken op 386,4 km/u. Er was echter nog een kenmerk waarmee die eerste straatauto van het Britse merk ophef maakte: hij onderscheidde zich ook met zijn opmerkelijke configuratie met drie zitplaatsen, waarbij de bestuurder in het midden zat, met de twee passagiers aan weerszijden, maar iets meer naar achteren. Een configuratie die we anno 2020 opnieuw terugvinden in de Speedtail. En dat is niet de enige overeenkomst tussen beide modellen, want ook het geplande productieaantal komt overeen: er worden slechts 106 exemplaren van de Speedtail gebouwd, net als destijds van de F1, waarvan er eveneens exemplaren bedacht werden met een extra lange ‘staart’.

In het geval van de Speedtail strekt het koetswerk zich met die langgerekte achtersteven uit tot 5,14 meter, waarmee hij bijna een meter langer is dan zijn illustere voorganger, een halve meter langer dan de P1 en zelfs iets langer dan pakweg een Mercedes S-Klasse. McLaren verwijst zelf wel af en toe naar de F1, maar legt er tegelijk ook de nadruk op dat die zowel bekend werd voor zijn prestaties op het circuit als op de weg, terwijl de Speedtail louter bedoeld is als een straatbolide, een soort hyper-GT. Nochtans was de F1 oorspronkelijk eigenlijk evenmin als een competitiewagen ontworpen; de varianten voor de racerij werden pas achteraf ontwikkeld… Met succes trouwens, getuige de F1 GTR die in 1995 de 24 Uren van Le Mans won.

  • Gelikte look
  • Rijcomfort
  • Prestaties
  • Interieurbreedte met drie inzittenden
  • Exorbitant prijskaartje
  • Reeds uitverkocht
Verder lezen? Download GRATIS het volledige testverslag!